Het recht de overheid uit te dagen

Steeds vaker organiseren burgers zelf activiteiten die eerder door de overheid werden geregeld. Nieuwe ‘burgerrechten’ kunnen helpen om initiatiefrijke inwoners een flinke steun in de rug te geven. Een van die rechten is mede dankzij het Kamerlid Linda Voortman van GroenLinks in de wet vastgelegd: het recht de overheid uit te dagen (right to challenge). Stel, een groep inwoners laat de gemeente weten dat ze een zorgtaak beter denken te kunnen uitvoeren dan de gemeente. Zij dagen dan de gemeente en de professionele zorginstellingen uit, bijvoorbeeld met een eigen vorm van dagbesteding voor een bepaalde groep mensen of met eigen ‘diensten in en om het huis’ voor mensen die hun huishouden niet helemaal zelf kunnen runnen. Als hun plan inderdaad beter is, mogen deze inwoners hun alternatief uitvoeren. De gemeente betaalt hen dan uit het budget voor maatschappelijke ondersteuning. Dat is het idee van het right to challenge in de nieuwe Wmo. Dit recht geldt dus sinds 1 januari 2015 in het hele land. In de praktijk is nu ongeveer tien procent van de Nederlandse gemeenten aan de slag gegaan met het right to challenge volgens VWS. Pro Krimpenerwaard vindt dat het college dit punt onder de aandacht moet brengen van de inwoners en instellingen! Wij zullen daarvoor een verzoek indienen.

Tilburg laat zich breed uitdagen

De gemeente Tilburg zet het uitdaagrecht breder in dan alleen voor de maatschappelijke ondersteuning. Burgers mogen de gemeente op bijna alle fronten uitdagen om taken overnemen en het beter te doen. Alleen taken waarbij dit wettelijk verboden is zijn uitgesloten; denk aan strafvervolging en de inzet van hulpdiensten. Ook de toeleiding naar werk of de groenvoorziening vallen daardoor bijvoorbeeld onder het right to challenge. En niet alleen individuele inwoners, maar ook zzp-ers, maatschappelijk ondernemers of samenwerkingsverbanden hebben het recht om diensten en taken van de gemeente over te nemen.

In de praktijk

Hoe gaat dat? Initiatiefnemers krijgen in Tilburg de kans om hun voorstel te presenteren. Dat wordt door een kleine beoordelingscommissie van ambtenaren die verstand hebben van het onderwerp getoetst aan de wenselijkheid. GroenLinks-raadslid Nathalie Nijs, die deel uitmaakte van de voorbereidende raadswerkgroep: “Het belangrijkste is dat een uitdaging beter is dan de huidige uitvoering van de taak door de gemeente. Beter betekent niet alleen goedkoper, maar ook waardevoller voor de samenleving. Bijvoorbeeld omdat het meer mensen aanzet om in actie te komen. Als een buurt de taak op zich neemt om het centrale plein te onderhouden kan ook de sociale samenhang in de buurt groeien. En misschien verbetert de kwaliteit van het onderhoud zelf ook wel, omdat mensen er veel meer tijd in steken dan de traditionele plantsoenendienst heeft.”

Ook Eindhoven heeft een beoordelingscommissie. Naast de initiatiefnemers en deskundigen schuift bij de eerste quick scan ook iemand aan van de organisatie die wordt uitgedaagd. De gemeente probeert zo de dialoog tussen initiatiefnemers en professionals te voeden.

Op papier is het dus mooi geregeld, landelijk en soms ook lokaal. Maar dan? Afwachten tot er bewoners initiatief nemen? Nathalie Nijs: “De belangrijkste uitdaging voor de gemeente zelf is de communicatie. De gemeente kan voorbeelden aandragen om mensen te inspireren, maar uiteindelijk zullen de inwoners zelf bepalen op welk vlak zij de gemeente willen uitdagen.”

De gemeente kan ook inzicht geven in de kosten van de taken die zij nu laat uitvoeren door professionele organisaties. Dat geeft burgers de nodige informatie om met een alternatief te komen. Verschillende gemeenten waaronder Amsterdam en Utrecht, experimenteren met buurtbegrotingen die laten zie hoeveel geld er omgaat in een wijk en waar dat precies aan wordt uitgegeven.

Rompslomp

‘Uitdagers’ die met de gemeente en de Wmo-taken te maken krijgen, raken al gauw verstrikt in bureaucratische rompslomp. Zowel in Tilburg als in Eindhoven krijgen initiatiefnemers daarom een vaste ambtenaar als contactpersoon. Die kijkt mee, denkt mee, stelt de verwachtingen over en weer op elkaar af en zoekt waar nodig de rek en ruimte in regels om een initiatief tot ontwikkeling te brengen.

Een ander probleem zijn de vaak langdurig lopende contracten. Remko de Paus, raadslid in Zwolle: “In veel gevallen heeft de gemeente al meerjarige contracten met professionele aanbieders. Inwoners houden bij het bedenken van plannen doorgaans geen rekening met aanbestedingsprocedures. Een initiatief van burgers mag niet bij voorbaat worden doodgeslagen doordat de gemeente al een langdurig contract heeft afgesloten met een instelling.” De Paus schreef een ‘modelverordening’ om het right to challenge handen en voeten te geven. Hierin is de mogelijk opgenomen om overeenkomsten tussentijds open te zetten voor burgerinitiatieven. Een andere mogelijkheid is dat de gemeente inwoners en organisaties uitnodigt om mee te doen bij (bestuurlijke) aanbesteding. In Tilburg denken ze erover om een aanbestedingskalender te publiceren op de gemeentelijke website, zodat burgers weten wat het beste moment is om met een voorstel te komen. De gemeente kan ook een deel van het budget bij voorbaat opzij zetten voor tussentijdse initiatieven. Dat model hanteert Eindhoven.

Kwaliteit                                            

Kwaliteitsbewaking is het laatste struikelblok. Minister Plasterk liet onlangs weten dat zijn ministerie onderzoekt welke juridische mogelijkheden er zijn om te voorkomen dat vrijwilligers te maken krijgen met professionele kwaliteitseisen. Zeker als het om de zorg gaat, wil je als gemeente wel de kwaliteit kunnen garanderen als je een taak overdraagt aan ‘uitdagende’ inwoners. De Paus ziet een mogelijke oplossing in het inschakelen van de cliënten bij het bewaken van de kwaliteit. “Je kunt bijvoorbeeld het burgerinitiatief de plannen laten pitchen of presenteren voor een ‘jury’ van cliënten en mantelzorgers. Daarnaast kun je extra letten op de vaak in gemeenten verplicht gestelde medezeggenschap van cliënten; ik zie dat nu eigenlijk uitsluitend nog als dode letter in verordeningen staan.”

Linda Voortman: “Leg de zeggenschap echt bij de burgers”

Linda Voortman heeft er samen met PvdA-er Otwin van Dijk voor gezorgd dat het right to challenge werd vastgelegd in de Wmo 2015. Zij zou graag zien dat het uitdaagrecht breder kan worden ingezet dan alleen in de maatschappelijke ondersteuning. “Het right to challenge is een van de middelen die helpen om de politiek dichter bij de mensen te brengen. Dan moet je het niet aan gemeenten overlaten om daar wel of niet werk van te maken. Het is jammer dat minister Plasterk zijn aanjagende rol niet waarmaakt.” Het rijk zou in haar ogen buurtrechten vast moeten leggen, zodat mensen zich daar in alle gemeenten op kunnen beroepen. “Wij willen zeggenschap echt bij burgers zelf leggen, niet bij de gemeente.” Op korte termijn is er echter op nationaal niveau niet veel beweging op dit terrein te verwachten, omdat er geen meerderheid voor te vinden is. “Maar waar CDA en D66 landelijk niks willen vastleggen, is er op gemeentelijk niveau vaak wel iets te bereiken. Ik heb daarom meer vertrouwen op wat er in de gemeenten wordt uitgeprobeerd.”

Artikel van  Patrick Rijke

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.