“Hoe corrupt is uw wethouder”?

Eugeen Hoekstra is vrijwilliger op de redactie van Noordkop Centraal, met de specialisaties politiek en zorg. Eugeen schrijft ook geregeld columns en ondervraagt politici in het tv-programma. Het gevoel dat Pro Krimpenerwaard heeft bij de werkwijze van de portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening wordt hier goed verwoord. Verwezen wordt naar o.a. een aantal grote bouwprojecten in het buitengebied. Ook heeft de wethouder een onderzoek geïnitieerd om aan te tonen dat de regel om 30% sociale woningbouw in bouwprojecten te realiseren niet nodig is, omdat de vraag ontbreekt. Hier moet de onderste steen boven komen, maar wel met steun van andere partijen. Een nieuw voorbeeld is het artikel in het Kontakt van 1 mei. Wethouder Ria Boere en Arjan Verstoep staan samen op de foto, bij de overhandiging van een geldbedrag van de provincie voor het realiseren van een bouwproject in Ouderkerk a/d IJssel. Iedereen weet dat Arjan Verstoep bij zowat alle bouwplannen in de gemeente is betrokken en kind aan huis is bij het gemeentebestuur/organisatie.

Column “Hoe corrupt is uw wethouder”?

“Ik bedoel niet dat de wethouder wordt omgekocht, de corruptie waarover ik nu spreek is subtieler, ethische corruptie noemt corruptie-onderzoeker Willeke Slingerland het oldboysnetwerk van wheelen en dealen. Dit kan leiden tot corruptie. Dat gevaar blijft helaas onderbelicht, zegt ze. Ze hoopt dit jaar te promoveren aan de Erasmus Universiteit op haar onderzoek naar corruptie.

Wethouders en projectontwikkelaars komen elkaar vaak tegen en spreken dezelfde taal en zijn loyaal aan elkaar als het gaat om bouwen. Het bekende en beruchte polderen dat ons land “groot heeft gemaakt” heeft de deur geopend voor corruptie: vriendjespolitiek in de bouwwereld.

Informele processen en een sterke lobby spelen een grote rol in de besluitvorming. Ik zie vaak foto’s waarop wethouders en projectontwikkelaars staan te schaterlachen nadat ze beiden een overeenkomst hebben ondertekend. Ik hoor te denken wat fijn dat zij gaan zorgen voor meer woningen. Maar de onderbuik zegt iets anders. Die twee mannen (vrouwen zijn in de minderheid in de bouw) zijn ‘vriendjes’ onder elkaar ‘die elkaar de bal toespelen.’ De gemeenteraad krijgt geen inzicht in de gevoerde onderhandelingen. Dus heeft geen idee wat er allemaal gewisseld is tussen de wethouder en de projectontwikkelaar voordat de deal werd gesloten.

De gemeenteraad heeft het nakijken. Het enige criterium dat de raad de wethouder meegeeft is dat 30 of 40% van de te bouwen woningen sociale huurwoningen moet zijn. Dat de nieuwbouwwoningen betaalbaar moeten zijn luidt meer als een advies dan als een dwingende richtlijn.

Twee voorbeelden springen er uit. Het appartementencomplex dat aan de Joh. Israëlstraat wordt gebouwd. Hiervoor heeft de wethouder de eis van 40% sociaal huurwoningen naast zich neergelegd. Anders komen die appartementen er niet. Met betrekking tot het bouwplan De Rode Kool in Sint Maarten heeft de aannemer kunnen bedingen dat hij geen goedkope woningen zal bouwen. De wethouder ging akkoord (de aannemer: dan bouw ik maar niet), de raad pruttelde na, maar beet niet door.

Raadsleden gaan te gemakkelijk akkoord. Ze vragen nergens naar. Hoe is het woningbouwprogramma vastgesteld? Hoe precies is dit onderzocht? Waarom zitten er geen Tiny Houses bij? Dat laten ze over aan de wethouder. Die vertaalt de woningbehoefte in ‘inkomensgroepen’, ‘starters’ en ‘kopers en huurders.’ Ouderen worden het meest overgeslagen. Het woningbouwprogramma bepaalt toch vooral de projectontwikkelaar. In de stad Schagen zijn het tegenwoordig uitsluitend appartementen. Keuze is er niet. Waarom is een huisje met een tuintje tot taboe verklaard?

Wethouder en projectontwikkelaars denken het beter te weten en maken hun eigen plannetje. Dat vaak resulteert in ‘van alles wat.’ De ontwikkelaar rekent van onderop. Hij wil zoveel rendement scoren per project en berekent dan de bijpassende bouwvolume. De wethouder wil graag veel meer goedkope koopwoningen en sociale huurwoningen, maar de ontwikkelaar houdt vaak de boot af omdat hij winst wil maken. De wethouder legt zich erbij neer en doet alsof hij een heel goede deal heeft binnengehaald.

Het niet-pluis-gevoel gaat niet weg. Plannen blijken voorgekookt, burgerparticipatie is slechts een afvinksessie. Het laatste middel is de gang naar de rechter. Maar vaak blijkt dat wat de burger ervaart als corrupt, volgens de wet geen probleem is. Wethouders omringen zich met mensen die ze prettig vinden en die hen bevestigen in hun gedachtegoed. Het probleem is dat die netwerken zich sluiten. Daarmee tarten ze de democratische regels, want er is eigenlijk geen eerlijk speelveld meer, stelt Slingerland. Het aantal leden van politieke partijen is enorm afgenomen naar 2,5 procent van de hele bevolking.’ Terwijl veel functies worden vergeven via die partijnetwerken. We worden geregeerd door klieken.”

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.