Zilvermuseum Schoonhoven “Rupsje Nooitgenoeg”
Het college stelt voor om naast de jaarlijkse subsidie aan het Zilvermuseum van € 50.576,– in het vervolg € 190.000,– extra subsidie te verlenen. Daarmee komt de jaarlijkse subsidie in 2020 op € 240.576,– + inflatie + gratis huisvesting + subsidie op de loonkosten.
Dit onderwerp komt in de commissie van 18 februari aan de orde. Wij hebben voor een serieuze behandeling 33 schriftelijke vragen gesteld.
Enkele opvallende punten uit het voorstel en de evaluatie:
1. Het Zilvermuseum is vanaf de indiensttreding van de directeur in 2016 een groot financieel probleem voor de gemeente. De directeur, gesteund door het bestuur, denkt groot en de buitensporige rekening is voor de inwoners. Een fors salaris, niet passend bij dit kleine museum, hoge reiskosten en een forse uitbreiding van de personeelskosten.
2. Pas nadat het Zilvermuseum in liquiditeitsproblemen kwam sprong de gemeente in 2018 en 2019 bij met in totaal € 200.000,– per jaar. met daaraan gekoppeld prestatieafspraken.
3. Het bestuur geeft nu geen enkel inzicht in de fondsenwerving waarvoor de gemeente een startsubsidie van € 23.000 beschikbaar heeft gesteld.
4. De gemeente geeft in zijn voorstel geen inzicht in de indirecte subsidie van het museum. Denk hierbij aan de gratis huisvesting, onderhoud, financiering van de 4 werkplekken voor zilversmeden voor een bedrag van € 40.000,– etc.
5. De bezoekers van het museum komen voor 90% van buiten de gemeente.
6. Volgens onze berekening betalen 16.000 bezoekers voor hun kaartje en bezoeken ruim 7.000 het museum gratis. Daarvan komen er ruim 5.000 van buiten de gemeente. Wil het college dit toelichten.
7. Blijkens ons onderzoek neemt het aantal bezoekers alleen toe door veel gratis kaartjes beschikbaar te stellen, om zo de prestatieafspraak te kunnen nakomen. Door de gemeenschappelijke bijdrage kan een groot aantal bezoekers, met name van buiten de gemeente, het museum gratis bezoeken.
8. Het is onduidelijk welke bezuinigingen het bestuur van het Zilvermuseum heeft doorgevoerd.
9. Waarom wordt door het bestuur jaarlijks voor € 40.000 aan extra bedrijfskosten gedeclareerd?
10. Het is onduidelijk op welke wijze de tentoonstellingen worden gefinancierd.
11. Voor de verhuur van de door de gemeente gemaakte werkplekken (€ 40.000,–) wordt geen huuropbrengst in de begroting gevonden.
12. Het bestuur dreigt om, indien de gemeente de gevraagde extra jaarlijkse vergoeding van € 240.000,–niet betaalt, de verbeterde bedrijfsvoering stop te zetten.
13. Het vergelijken van de subsidiëring van musea van de zelfde omvang is niet objectief. De indirecte kosten worden o.a. niet meegenomen.
14.De directeur van het museum vindt dat er niets meer valt te bezuinigen. Dus gemeenschap, u betaalt maar.
Pro Krimpenerwaard vindt dat het tijd wordt om duidelijk te maken waar de grens van de subsidiëring van het kleine Zilvermuseum ligt.
Wij hebben onlangs moeten vaststellen dat bij het subsidiëringsplan voor sportvelden is voorgesteld om het trapveldje in Berkenwoude af te stoten. Te duur. Het betreft hier een minimaal bedrag. Pro Krimpenerwaard heeft zich daartegen verzet.
Er is nu een weinig transparante discussie gaande over de subsidiëring van verenigingen en (welzijns)instellingen) aan de ene kant en het Zilvermuseum aan de andere kant. Het paradepaardje van de elite, om daar haar eigen feestjes te organiseren, terwijl voor het jaarlijkse subsidiebeleid een plafond is ingesteld.
Voor ons is de grens bereikt. Het voorliggende voorstel wordt een moeilijk verhaal. Zeker nu het bestuur/directeur verwijtbaar handelt door het gemeentebestuur onder druk te zetten.
Wij willen weer terug in de realiteit. Een leuk betaalbaar museum en forse verlaging van de overheadkosten, zoals het forse salaris en onverantwoorde vergoeding van de reiskosten van de directeur. Het is toch zijn keuze om niet in de gemeente te willen wonen.
Subsidiëring van verenigingen staat inderdaad onder druk terwijl de subsidie aan dit museum drempeloos opgerekt wordt. De gewone burger begrijpt dit niet en keert zich steeds meer af van de politiek. Chantage door de directeur is verwerpelijk en mag geen gehoor krijgen. Kennelijk benut hij onvoldoende kansen en mist hij de competentie om van dit museum een succes te maken.Besteding van gemeenschapsgeld moet transparant en verantwoord gebeuren. Subsidie uitbreiden? Niet doen.Je pompt toch ook geen lekke band op!