Armoede

Het leven is nu een stuk duurder. Niet alleen meer de minima, maar ook steeds meer middeninkomens en mensen met een baan, tweeverdieners, etc. komen hierdoor in de problemen. Inflatie, energiecrisis, woningnood dragen bij aan armoede.
In Krimpenerwaard is best een sociaal netwerk en daarom blijft armoede wellicht onder de radar. Ook door het terugtrekken van overheid en huisartsen wordt armoede minder zichtbaar. Een vraag is dan of heel de doelgroep wel bereikt wordt met het beleid, als je niet weet waar de doelgroep zich bevindt?

De raad mist daarnaast een overzicht van 1) de instrumenten van het rijk versus de instrumenten van de gemeente, 2) welke instrumenten de gemeente wel/niet inzet en 3) of het aanbod van de gemeente de moderne minima voldoende bereikt. Zijn er genoeg mensen en middelen om het beleid uit te voeren?

Pro Krimpenerwaard stelt vast dat zowel de gemeenteraad als De Rekenkamer vinden dat zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek nodig is. De cijfers m.b.t. de doelgroep heb je nodig voor het inzicht. De Rekenkamer heeft daarom besloten dit jaar onderzoek hiernaar in te stellen.

Dit onderzoek zal worden uitgevoerd in twee fasen: 1) een verkenning door de leden van de RKC zelf en 2) een beleidsonderzoek uitgevoerd door een extern onafhankelijk bureau.

De Rekenkamer wil met de verkenning de raad inzicht geven in hoe armoede eruit ziet in Krimpenerwaard en welke groepen mensen in Krimpenerwaard ermee te maken hebben.
De centrale vraag die in de verkenningsfase van het onderzoek centraal staat is:
“Hoe ziet armoede eruit in de samenleving van de gemeente Krimpenerwaard, wat is een relevante definitie en welke inzichten vloeien hieruit voort voor de volgende fase van het onderzoek waarin het beleid van de gemeente centraal staat?”

Pro Krimpenerwaard geeft hiermee uitvoering aan het verkiezingsprogramma. Geen armoede in de gemeente, en zeker geen kinderarmoede. Alle kinderen doen volwaardig mee en krijgen goede kansen. Voedselbanken kunnen en zouden overbodig moeten zijn. Wij kijken uit naar het resultaat van het onzderzoek, om vervolgens het beleid daarop aan te passen.