Bezwaarschrift tegen verminking Rijksmonument “De Waag”-Schoonhoven

Het verminkt Rijksmonument De Waag in Schoonhoven indien de uitbreiding na de vergunning wordt uitgevoerd

Op 17 juni 2021 was de zitting van de bezwaarcommissie inzake de, door het college verleende vergunning, voor de uitbreiding van het Rijksmonument De Waag in Schoonhoven. Hiertegen is veel verzet, dat door Pro Krimpenerwaard wordt ondersteund. Tijdens de zitting was er een behoorlijke opkomst: Heemschut, Historische Vereniging en bewoners. Namens de gemeente waren twee personen aanwezig. We zullen het advies van de bezwaarcommissie aan het college af moeten wachten. Daarna kan het college al dan niet het besluit aanpassen.

Hierna wordt een repliek van een inwoner op het verweer van de gemeente afgedrukt. Pro Krimpenerwaard kan zich volledig hierin vinden.

Betreft: bezwaar omgevingsvergunning, geregistreerd onder SXO-20200650

Beste Commissie,

U heeft mijn bezwaar tegen de verleende vergunning gelezen en tevens het verweer van de gemeente daarop.

Ik ben van mening dat het verweer van de gemeente nauwelijks ingaat op de argumenten waarmee ik mijn bezwaar heb toegelicht. Met betrekking tot het eerste bezwaar (de keuze voor de zgn kruimelregeling): ik heb ook gezien dat er een mogelijkheid is om de regels zo te lezen dat de aanvraag onder de kruimelregeling zou kunnen vallen. Ik stel alleen dat dat geen recht doet aan de intenties van die regels omdat het een ingreep betreft op een precaire plek in het hart van het beschermd stadsgezicht. Ik verwacht van de gemeente, dat zij oog heeft voor de kwaliteiten en kwetsbaarheden van een historisch stadshart en dat vergt een bredere consultatie dan alleen het eigen oordeel. Om een of andere – voor mij niet logische – reden, ziet onze gemeente zich echter als wegbereider voor wat zij beschouwt als de echte ondernemer: uitbaters van koffie- en bierterrassen, oftewel de horecasector. De gehele procedure ademt die insteek:

• Het vigerend bestemmingsplan staat geen bebouwing toe in het zicht van het historisch stadsbeeld, maar de gemeente heeft– citaat gemeente – ‘bereidheid om af te wijken middels kruimel’
• Men hanteert daarbij oneigenlijke argumenten: ‘Omdat de uitbreiding voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is en het bestemmingsplan dit mogelijk maakt’. Het eerste is niet beoordeeld en de gemeente geeft elders in haar verweer aan dat ze daar ook niet over gaat, maar gebruikte het kennelijk wel om de beoordeling van de aanvraag te sturen. Het tweede is niet waar zoals de gemeente ook zelf elders vaststelt.
• Als strikte randvoorwaarde wordt in de aanloop naar de vergunningverlening o.a. gesteld dat: ‘het van groot belang is dat de gehele constructie ruim los gehouden wordt van het monument, inclusief de schoorconstructie onder het dakoverstek en het dakoverstek zelf. Later blijkt het niet voldoen aan deze strikte eis toch geen beletsel voor vergunningverlening
• De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) komt tot de volgende opmerkelijke interpretatie van het beleid t.a.v. het beschermd stadsgezicht. Dat beleid zet in op het behoud van de kernwaarden van de historische structuur: ‘Deze beeldkwaliteitseisen hebben betrekking op het huidige stratenpatroon, evenals de situering van de “bijzondere” bebouwing, zoals wij die ook nu nog kennen: de kerk, de Waag bij de Dam, het stadhuis aan de Stenenbrug’.

Maar de CRK vindt vervolgens:
o Door de keuze voor een reversibele, transparante toevoeging die los blijft van de monumenten behouden deze hun monumentale waarden, maar kan er wel ontwikkeling plaatsvinden. Kortom het is wel lelijk maar het monument is in de toekomst weer aanschouwelijk te maken. Bovendien mengt ook de CRK zich weer in de vermeende exploiteerbaarheid van het gebouw.
o Heeft ‘complimenten voor het huidige plan.’ Want: ‘… het nieuwe volume is goed los gehouden van de goot, helaas kan het gebouw niet lager worden uitgevoerd.
Dit is er dus over van die strikte voorwaarde van een los gehouden constructie

• In een aanvullend advies memoreert de CRK nog even: ‘Voor de realisatie van het plan wordt gebruik gemaakt van de buitenplanse kruimelregeling ex artikel 4 bijlage II Bor.’
Dat straalt m.i. een tevredenheid uit over de strategie om gezeur te vermijden.

• In het verweerschrift legt de gemeente nogmaals uit dat de RCE geen rol heeft in de kruimelregeling, maar mijn argument was nu juist dat de gemeente mede daarom niet voor deze procedure had moeten kiezen, ook omdat de voorloper van de RCE in een eerder stadium zich over een dergelijke aanvraag afwijzend had opgesteld. Kennelijk vat de gemeente haar taak in het beschermen van kwetsbaar erfgoed liever licht op.
• In het verweerschrift benoemt de gemeente nog de inspraakingang na publicatie van de vergunning. Dat is geen verweer op mijn argument dat gezien de gevoeligheid van de vergunning, de impact op Schoonhoven en de directe betrokkenheid van de gemeente als belanghebbende, de gemeenteraad daar een oordeel over zou moeten vellen.

• Kortom naar mijn mening is hier sprake van schending van:
o het zorgvuldigheidsbeginsel: relevante feiten (zoals eerdere deskundig gemotiveerde afwijzing van hetzelfde plan) en betrokken belangen (van omwonenden, van stadbewoners en van toeristen) noch planschade zijn onderzocht en meegewogen. De gekozen ‘snelle’ procedure gaat voorbij aan de zorgvuldigheid die een dergelijke monumentale plek vereist; er wordt geen wezenlijk argument aangevoerd die een snelle procedure noodzakelijk maakt.
o het motiveringsbeginsel: de consequentie voor het beschermd stadsgezicht, de implicaties voor de andere centrumfuncties (toerisme, speciaalzaken, zilver-nijverheid) zijn buiten beschouwing gelaten.

• Er is misschien zelfs wel sprake van willekeur, gezien het veelvuldige gebruik van niet kloppende of oneigenlijke stellingen die worden betrokken in de vergunningprocedure (zie subsidiair in mijn bezwaar) en versterkt door de volgende uitspraak in haar verweer: ‘Voorts heeft het college een eigen, zelfstandige beoordeling en afweging gemaakt ten aanzien van het bouwplan.’ Kennelijk niet gehinderd door vigerend beleid noch door argumenten die ik en vele anderen voor het voetlicht hebben gebracht.

Ik vraag u daarom mijn bezwaren te onderschrijven, en de gemeente te adviseren de bestreden vergunning in te trekken.
Schoonhoven, 15-6-2021

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.